Tino di Camaino in Napels

Monument of Charles of Calabria, S. Chiara Naples
 
Monument of Mary of Valois, S. Chiara Naples
Tino da Camaiano was een dominerende figuur in de kunstwereld van Napels. Niet alleen werd zijn oordeel, over schilderwerken ingeroepen, maar Robert Anjou gebruikte hem ook als architect. In 1325 ontwierp hij het klooster van S. Martino, in 1334 het Arsenaal en het jaar daarop maakte hij het plan tot vergroting van de haven. Het was zeker de koning welke hem opdroeg de vele grafmonumenten uit te voeren voor de talrijke leden van het vorstelijk huis.
Catharine van Oostenrijk stierf in 1323 en in 1324 wordt vermeld, dat marmer wordt gekocht om haar monument te doen uitvoeren. Het bevindt zich in de S. Lorenzo Maggiore kerk. Het werk bestaat uit een gotisch baldakijn met de sarcofaag, door twee deugden gedragen en versiert in relief gehouwen figuren van Christus, de Maagd, Johannes, St. Franciscus, St. Clara en St. Antonius. Naast de rustende vorsten staan vier heiligen, waaronder de twee Lodewijken, en van relief op de baldakijn is de voorstelling van St. Franciscus, de stigmaten ontvangend. Het monument is daarbij rijk met mozaiek getooid. In dezelfde kerk staat ook het beeld 'Charity' van Di Camaino.

Een getrouwere weergave van het graf van Koningin Maria van Anjou in S. Chiara was dat van Charles van Calabria, die in 1328 stierf en wat Tino in 1333 voltooide. De voornaamste afwijking bestaat hier in de vier pilaren, welke door liggende leeuwen gedragen worden. Twee personificaties van deugden bevinden zich aan elke pilaar. Op de voorzijde van den sarcofaag is de hertog afgebeeld tussen twee groepen van personen, de ene als geestelijken, de andere als werelds. Dit monument bevindt zich ook in de S. Chiara, waar men ook dat van Karel's tweede echtgenote, de in 1333 overleden Maria van Valois aantreft. Het model is weer geheel hetzelfde, alleen wordt de sarcofaag hier slechts door twee pilaren gesteund en op de voorkant is de vorstin geplaatst tussen haar vier kinderen en de twee figuren die de Maria-boodschap uitbeelden. Het kunstwerk werd met 130 ons goud betaald.

In hetzelfde jaar als Maria van Valois, stierf ook de jonge gravin Machteld van Henegouwen, die men had willen dwingen Robert's broeder Johan van Durazzo te huwen. Ook voor haar maakte Tino da Camaiano een nu verdwenen grafmonument, als ook voor de in 1328 jong gestorven Maria van Hongarije, de dochter van hertog Karel, waarvan de sarcofaag nog wel bestaat in de S. Maria Donna Regina. Zij is versierd met de afbeelding van het prinsesje en twee reliefs, die deugden voorstelt.

Ook de tomben van Robert's broeders, Philip van Taranto en Johan van Durazzo bestaan niet meer in de oorspronkelijke vormen. Zij worden aan Tino's atelier toegeschreven en werden dan ook zeker niet geheel door hem uitgevoerd. De monumenten bevonden zich in de S. Domenico Maggiore, en in deze kerk ziet men ook nog de voorzijden van de sarcofagen in de muur gemetseld. Johan van Tarento, en zijn vrouw zijn beide zittend afgebeeld, aan weerszijden staan drie zonen. Philip van Durazzo heeft te zijn zonen terzijde en andere andere kant zijn Albaneese onderdanen afgebeeld, die in hun nationale dracht de vorst eerbiedig begroeten. Pilaren van een deze monumenten dienen nu in de S. Domenico Maggiore als Kandelaars van reusachtige kaarsen, welke bij gelegenheid van Pasen gebrand worden. Andere beelden ook van hier afkomstig worden in de S. Maria Donna Regina bewaard.
Interieur S. Chiara met in het midden het graf van Koning Robert (foto MvW)

Koning Robert, die in 1343 stierf, overleefde zijn geliefde beeldhouwer dus zes jaar. Zijn graf, die zich in de S. Chiara bevindt, werd door twee Florentijnse broeders, Giovanni en Pacio da Firenze, uitgevoerd. Het model, dat Tino da Camaiano zo reeds vaak in Napels herhaald had, is alleen iets uitvoeriger in de versiering. De vier kolommen die de luifel dragen zijn geheel met kleine figuurtjes versierd; van de vier pilaren waarop de sarcofaag rust zijn de twee voorste, elk met drie beelden, deugden voorstellend, gesierd. Op de voorzijde troont Robert tussen zes eveneens gezeten familie-leden. Boven op ligt de Koning, gekroond op zijn doodsbed. Twee engelen lichten het gordijn op en zeven personificaties van kunsten en wetenschappen weeklagen over het lijk van hun beschermer. Daarboven weer troont de vorst tussen geschilderde afbeeldingen van hovelingen, en helmaal bovenin knielt hij voor de Maagd Maria naast wie St. Franciscus en St. Clara staan. De gevel vertoont Christus in een Aureool door twee engelen gedragen. Het beeld van den rustende Koning is van een aangrijpend realisme.

De zelfde kerk bezit nog andere beeldhouwwerken, die aan de gebroeders kunnen worden toegeschreven. Naast de tombe van Louis van Durrazo, maakten zij ook nog een serie van prachtige reliefs, met voorstellingen uit het leven van St. Catharina. Een voorbeeld is 'The Father of St. Catharine of Alexandra Dictates his Testament'. Deze zijn elf in getal en bevinden zich aan de koorbalustrade waar zij vreemd afsteken bij de barokke inrichting er vlak naast. Ook het spreekgestoelte is met dergelijke afbeeldingen versierd. Als in Cameeën tekenen de gratievolle figuren, die de gothieke lijn met realisme in beweging wordt verenigd, zich scherp af tegen de donkere achtergrond. Deze reliefs zijn veel fraaier en fijner dan het beeldhouwwerk aan het graf van Koning Robert. Zij behoren tot de beste producten van 14e eeuwse Italiaansche plastiek en hun makers tonen aan dat zij tot de school van de beroemde Pisaanse meesters behoren.
 

The Father of St. Catharine of Alexandra Dictates his Testament, S. Chiara, Naples

De grote kunstbeweging van Napels kwam met de dood van koning Robert tot een einde, maar de tegenwoordigheid van meesters als Camaiano werkte nog geruime tijd na. Het aantal grafmonumenten dat na het midden van de 14e eeuw in Napels werden gemaakt, levert ons het bewijs hoe groot de invloed van de geniale beeldhouwer was. In de kapel van het geslacht 'del Balzo' in de S. Chiara vinden wij monumenten van dezelfde structuur als die van Tino: met figuren de Sarcofaag dragend en met engelen het gordijn oplichtend. Eenvoudiger zijn de graven de Merloto's en Cabano's in dezelfde kerk, in welke men echter ook Camaiano-elementen terugvindt. De in 1351 geboren Baboccio da Piperno maakt weer een getrouwe nabootsing van het Monument, die Tino in 1326 voor koningin Maria vervaardigde toen hij de graven uitvoerde voor Agnes en Clementine van Durazzo. Ook Donatello en Michelozzo sluiten zich hier geheel bij aan, wanneer zij in 1426 het monument voor kardinaal Brancacci tot stand brengen, die zich in de kerk van Sant Angelo a Nilo bevindt. Deze overeenstemming is vooral opvallend omdat zij dit werk in Pisa vervaardigden. Het van 1335 daterende monument van de Barrese-familie in de S. Lorenzo Maggiore schijnt de inspiratie van Andreo Pisano te komen.

Tomb of Mary of Hungary, S. Maria Donna Regina, Naples


Tomb of Catharine of Austria, S. Lorenzo Maggiore, Naples

Bovenstaand is gebaseerd op o.a. de publicatie van KUNSTLIEVENDE VORSTEN UIT ITALIEN'S VERLEDEN. DOOR DR. RAIMOND VAN MARLE.

Zie voor de ligging van de diverse lokaties: wandelroute A.