In de Cappella del Tesoro di San Gennaro in de kathedraal van Napels is op de koepel een afbeelding van het paradijs geschilderd door Lanfranco in 1642-1643. De pendentiefschildering is van Domenichino uit het begin van de 17e eeuw. Dit is een zeer karakteristieke schildering uit de tijd van de Contrareformatie waarin de bemiddelde rol van Maria wordt benadrukt (zie linker pendentief op de foto hierboven). Links onder knielt een gehavende vrouwenfiguur, de personificatie van het gebed van de stad Napels, die de bemiddeling en bescherming van Maria afsmeekt. Rechts onder worden Luther en Calvijn vertrapt door de personificatie van het rooms-katholieke geloof met een banier waarop de rol van de heilige Maagd in het heilsplan staat aangeduid, die de protestanten ontkennen: 'Eeuwige maagd – Moeder Gods – onbevlekt'. De jonge vrouw in het centrum vertegenwoordigt het gebed en geknield boven haar treedt Maria (met haar rechterhand wijst zij op de figuren onder haar) voor Christus op als middelaar voor de zondige mensheid, hetgeen in de protestantse opvatting alleen Christus kan doen. In de opvatting van de Contrareformatie moest de beschouwer ook direct gegrepen worden door het onderwerp: hij moest met het voorgestelde kunnen meevoelen. Met andere woorden de verstaanbaarheid van het kunstwerk. De kunst in dienst van de kerkelijke propaganda (bron: De beeldtaal van de Christelijke kunst, Jan van Laarhoven).
Voor de ligging van de kathedraal kijk op: wandelroute A.