Moderne Italianen in de Museo de Capodimonte

Een speciale vermelding verdient de afdeling voor hedendaagse kunst van Museo de Capodimonte, die afgaande op de ''Vesivius'' uit 1985 van Andy Warhol nogal explosief is en in de klassieke omgeving en collectie van het museum er uitspringt. Vooral de collectie van de moderne Italianen is vermeldingswaardig.

In de tweede helft van de jaren zestig manifesteerde zich in Italië een derde generatie kunstenaars, die na het Futurisme als vervolg op de doorbraak van Fontana en vooral Manzoni, een geheel nieuw gebied aan de beeldende kunst van deze tijd toevoegde. Arte Povera was de term die door de Italiaanse curatorcriticus Germando Celant in 1967 werd bedacht voor een groep kunstenaars waarmee hij sinds 1963 had gewerkt. Belangrijke vertegenwoordigers van deze stroming was: Giovanni Anselmo, Luciano Fabro, Jannis Kounellis, Giulio Paolini, Mario Merz en Michelangelo Pistoletto (Voor meer informatie: kunstencyclopedie kunst na 1945).

In een artikel in ‘Flash Art’ uit oktober 1979 noemde de Italiaanse kunstcriticus Achille Bonito Olivia de Italiaanse versie van het Duitse Neo Expressionisme en de Amerikaanse New Image Painting ‘Transavanguardia’ (Transavant-garde of Arte Cifra). Oliva benadrukte met zijn term ‘Transavanguardia’ dat er in de kunst sprake is van een overgangssituatie, waarin gebroken wordt met de traditionele avant-gardistische principes. De breuk komt tot uitdrukking in het gebruik van figuratie, in stijl- en beeldcitaten en in een voorkeur voor traditionele technieken en materialen. Het gaat om het werk van Sandro Chia, Fransesco Clemente, Enzo Cucchi, Nicolà de Maria en Mimmo Paladino (Voor meer informatie: kunstencyclopedie kunst na 1945).

Mario Merz, Onda d'urto 1987 met op de achtergrond Andy Warhol,
Vesuvius (foto: Henk Woudsma)

Jannis Kounellis, zonder titel 1989 (foto: Henk Woudsma)

Mimmo Paladino, Vasca 1983 (foto: Henk Woudsma)

Enzo Cucchi, Pietre dell'intelligenza 1996 (foto: Henk Woudsma)