Chiesa dei Santi Cosma e Damiano en de zielen van Napels

Portaal Chiesa dei Santi Cosma e Damiano (foto Henk Woudsma)


Een monumentale kerk (Chiesa dei Santi Cosma e Damiano ai Banchi Nuovi) volledig in verval. Op het plein voor de kerk aan de Via Banchi Nuovi voetballen inwoners. Verloren zielen? De ziel van Napels is de som van dit alles. Wat de mensen met elkaar verbindt, zijn de enorme problemen die deze stad heeft. De mensen voelen zich deel van een groter geheel. Dat is het wonder van deze stad en ook de ziel van deze stad. Afdalend in de achterafstraatjes ziet u de zielen van Napels. Aan het plein grenst Palazzo dei Duchi di Casamassima. Een schrijnend contrast in deze eeuwenoude stad.

Voor een sfeervol beeld klik op: Google Maps

(foto: Henk Woudsma)

 
(foto: Henk Woudsma)

Palazzo Penne

Palazzo Penne (foto Henk Woudsma)

(foto: Henk Woudsma)

Palazzo Penna aan de Piazzetta Teodoro Monticelli is een zeldzaam voorbeeld van burgerlijke architectuur in Napels uit de vijftiende eeuw. Dit paleis is een van de weinige gebouwen die de aardbeving in 1456 heeft overleefd. Het paleis werd door Antonio Bamboccio da Piperno gebouwd in 1406. Ter herinnering hieraan is op de voorgevel een plakkaat geplaatst waarop staat dat dit in opdracht van Anthony Penna is geweest. Hij was een rentmeester van koning Ladislaus van Durazzo. De bouw heeft een vermenging van de Catalaanse stijl (zoals de boog) met Toscaanse elementen, duidelijk te zien in het gebruik van de rustica. De gevel is bekleed met het familiewapen, de symbolische lelies van het koninklijk hof en met veren als heraldische symbool. Op de omlijsting van de deur is een lint aangebracht met teksten van de Latijnse dichter Marcus Valerius Martialis. De indrukwekkende binnenplaats heeft vijf bogen. Het gebouw werd vervolgens overgeleverd aan familie Rocco, de familie Capani en in 1683 werd het de zetel van de familie Somaschi. Aan het einde van de achttiende eeuw leefde Teodoro Monticelli, een bekend vulkanoloog, in het paleis. Door vele wijzigingen die later zijn aangebracht, het gebruik van particuliere woningen en het slechte onderhoud heeft het aanzienlijke schade toegebracht aan het gebouw. In het jaar 2008 zijn ze gelukkig gestart met de renovatie van het paleis.

Voorportaal Palazzo Penne (foto: Henk Woudsma)

Het wapen met lelies en veertjes
 
Binnenplaats Palazzo Penne (foto: Henk Woudsma)

foto: Henk Woudsma

Moderne Italianen in de Museo de Capodimonte

Een speciale vermelding verdient de afdeling voor hedendaagse kunst van Museo de Capodimonte, die afgaande op de ''Vesivius'' uit 1985 van Andy Warhol nogal explosief is en in de klassieke omgeving en collectie van het museum er uitspringt. Vooral de collectie van de moderne Italianen is vermeldingswaardig.

In de tweede helft van de jaren zestig manifesteerde zich in Italië een derde generatie kunstenaars, die na het Futurisme als vervolg op de doorbraak van Fontana en vooral Manzoni, een geheel nieuw gebied aan de beeldende kunst van deze tijd toevoegde. Arte Povera was de term die door de Italiaanse curatorcriticus Germando Celant in 1967 werd bedacht voor een groep kunstenaars waarmee hij sinds 1963 had gewerkt. Belangrijke vertegenwoordigers van deze stroming was: Giovanni Anselmo, Luciano Fabro, Jannis Kounellis, Giulio Paolini, Mario Merz en Michelangelo Pistoletto (Voor meer informatie: kunstencyclopedie kunst na 1945).

In een artikel in ‘Flash Art’ uit oktober 1979 noemde de Italiaanse kunstcriticus Achille Bonito Olivia de Italiaanse versie van het Duitse Neo Expressionisme en de Amerikaanse New Image Painting ‘Transavanguardia’ (Transavant-garde of Arte Cifra). Oliva benadrukte met zijn term ‘Transavanguardia’ dat er in de kunst sprake is van een overgangssituatie, waarin gebroken wordt met de traditionele avant-gardistische principes. De breuk komt tot uitdrukking in het gebruik van figuratie, in stijl- en beeldcitaten en in een voorkeur voor traditionele technieken en materialen. Het gaat om het werk van Sandro Chia, Fransesco Clemente, Enzo Cucchi, Nicolà de Maria en Mimmo Paladino (Voor meer informatie: kunstencyclopedie kunst na 1945).

Mario Merz, Onda d'urto 1987 met op de achtergrond Andy Warhol,
Vesuvius (foto: Henk Woudsma)

Jannis Kounellis, zonder titel 1989 (foto: Henk Woudsma)

Mimmo Paladino, Vasca 1983 (foto: Henk Woudsma)

Enzo Cucchi, Pietre dell'intelligenza 1996 (foto: Henk Woudsma)

Vasari's schoonheidsbenadering

De stijl die tusen 1530 en 1580 volgde op de hoog-renaissance wordt maniërisme genoemd. In de schilderkunst wordt de navolging van Michelangelo (met name het werk ''De Heilige Familie'' uit 1507) en Rafaël als essentieel gezien. Omdat de meesters op hun gebied niet te overtreffen waren, blijft de leerlingen niets anders over dan een nieuwe en eigen weg in te slaan. Kunstenaars als Pontormo, Bronzino en Rosso Fiorentino werden als ''uitvinders'' beschouwd van een kunst die een weerlegging vormde van de renaissancecanon van harmonieuze natuurimitatie. Het maniërisme als ''expresionisme avant la lettre''.  De kunstenaars gebruikten felle kleuren, uitgerekte vormen en ''misvormde'' houdingen in vaak groots opgezette composities. Ook Giorgio Vasari speelde hier een grote rol. Hij was de eerste die de totstandkoming van het begrip heeft ingezet toen hij in zijn ''Vite'' over de navolgers en naapers van Michelangelo zei dat schilderden ''alla maniera di Micherlangelo''. Hij bezat niet genoeg zelfkritiek om te merken dat hij zelf ook tot die groep behoorde.

De oude gotische Olivetaanse refter van Sant'Anna dei Lombardi in Napels is versierd met fresco's van Giorgio Vasari uit 1545. Voor dezelfde kerk en in hetzelfde jaar schilderde Vasari het werk ''Resurrezione'', nu opgenomen in de collectie van Museo di Capodimonte. In de kerk San Giovanni a Carbonara hangt in de kapel Seripando een ''Kruisiging'' uit 1545 van Vasari.  Het eerste werk is een klassieke compositie bereikt door het evenwicht tussen de traditie van Michelangelo en Raphael uit de hoog renaissance. In de bijbel staat niets over het moment van de Opstanding. Kunstenaars konden dus hun fantasie gebruiken. Binnen de stijl van het maniërisme werd dit dan ook ten volle benut door Vasari. Het tweede werk is in die zin traditioneler en lijkt zo uit de renaissanceperiode te komen. Voor de sacristie van de kerk San Giovanni a Carbonara heeft Vasari ook 18 panelen over de overeenkomsten in het Oude en  Nieuwe Testament, nu in het Museo di Capodimonte.

Vasari heeft in de voorwoorden bij de delen in zijn ''Le Vite de'piu eccellenti pittori, scultori ed architettori (1550) een aantal opvattingen over kunst ontvouwd. Hij beschouwd schoonheid als juiste proportie en als objectieve eigenschap van de materie. De kunstenaar kan deze schoonheid in zijn werk verwezenlijken door vlijtig te oefenen volgens een aantal vaste regels en principes, die overeenkomen met de invulling die Leon Battista Alberti aan het begrip ''imitatie'' had gegeven. De ''imitatie'' als een herschepping van de natuur, de methode welke volgens vaste wetten en verhoudingen werden opgespoord die aan de natuurlijke orde ten grondslag lagen. Echter legt Vasari ook grote nadruk op ''disegno'' en ''idea''. Alberti maakt bij het begrip disegno onderscheid tussen een voorstelling in de geest van de kunstenaar en de uitdrukking van die voorstelling in de materie. Dit begrip werd door Alberti naast de opvatting van schoonheid als uit de natuur af te leiden, harmonische proporties gebruikt. Michelangelo echter zag de schoonheidsverwezenlijking als een oordeel van het (kunstenaars)oog (de ''giudizio dell' occhio). Schoonheidsverwezenlijking in de kunst was een individuele gave, niet een kwestie van algemene wetten. We zien hoe Vasari Michelangelo's schoonheidsbenadering overneemt en deze, eveneens in navolging van de meester, met het meer albertiaans-aristotelische uitgangspunt tracht te verzoenen. ''Het disegno is niets anders dan een uiterlijke expressie en verheldering van het concept dat men in de geest heeft wat men zich voorstelt in de gedachten en opbouwt in de idea''. Disegno is voor Vasari dus niet alleen de uitdrukking van de voorstelling die de kunstenaar zich maakt, maar ook het algemene oordeel of principe dat als vorm of idee achter het zichtbare ligt (bron: Visuele Kunsten OU).

Giorgio Vasari, Resurrezione (1545) Museo di Capodimonte

Giorgio Vasari, Crocifissione (1545) San Giovanni a Carbonara

Titiaan's Annunciatie in Museo di Capodimonte

 Titiaan, Annunciatie, Museo di Capodimonte Napels (ca. 1557)

Dit schilderij van Titiaan komt uit de kapel van 1557 van Cosimo Pinelli in San Domenico Maggiore. Men geloofde lang dat werk een kopie was van Luca Giordano uitgevoerd voor een onderkoning. Tegenwoordig wordt deze kopie bewaard in de kerk van San Gines in Madrid. Het werk in Capodimonte is het originele werk van Titiaan. Dit werk behoort tot de laatste fase van Titiaan, gekenmerkt door een langzaam proces van de opheffing van de plastische vorm onder de inwerking van licht. Titiaan bekwaamt zich in het ''sfumato'' (vervagende omtrekslijnen). De kleuren worden ook vager. Zijn vroege werken waren uitgevoerd met ''een zekere finesse en een ongelooflijke nauwgezetheid, om zowel van dichtbij als van veraf bekeken te worden'', merkte Giorgio Vasari op, en hij vervolgde: ''Deze laatste schilderijen zijn uitgevoerd in krachtige streken en vlekken, zodat men van dichtbij niets kan zien, maar op een afstand maken zij een volmaakte indruk... Hij legde zijn kleuren vaak in vele lagen over elkaar en men kan duidelijk zien hoeveel werk dit heeft vereist''. Deze werk was niet alleen een nieuwe techniek, het was het resultaat van een heel nieuwe houding ten opzichte van het schilderen. Want Titiaan vestigde de autonomie van het schilderij als een equivalent en niet slechts als een nabootsing van de werkelijkheid. Daarmee liep Titiaan vooruit op de moderne schilderkunst.